Rookworstbrood

Ingrediënten voor 1 brood:

- 3 dl melk
- 1 pak witbrood (Koopmans)
- 2 theelepels kerriepoeder
- 2 theelepels tijm
- 50 gr boter
- 1 rookworst van 250 gr
- 1 eetlepel olie

Verwarm de melk in een pannetje en meng intussen in een kom of keukenmachine het pak broodmix, de kerriepoeder en tijm met de boter. Doe er de warme melk doorheen en kneed het deeg tot het stevig is en niet meer plakt. Laat daarna het deeg ongeveer 30 minuten rijzen.

Snijd de rookworst in plakjes en vet een cakevorm in met olie. Verwarm de oven voor op 200 graden.

Strooi bloem op het aanrecht en rol het deeg uit tot een vierkante lap met de breeedte van de cakevorm en een lengte van ongeveer vijf keer de lengte van de cakevorm. Zet de plakjes worst rechtop in het midden van de plak deeg, in een lange rij, dicht op elkaar. Rol daarna het deeg op en leg het in de cakevorm.

Bak het brood in het midden van oven in ongeveer 40 minuten bruin. Iets laten afkoelen en smikkelen maar! Heerlijk met zelfgemaakte uiensoep.

Pasta met paddestoelen en witlof

Ook dit recept komt van een AH kaartje, maar de hoeveelheden heb ik een beetje aangepast.

Ingrediënten voor twee personen:
- magere spekreepjes ongeveer 300 gram
- 400 gram witlof
- 250 gram (of meer) kastanjechampignons
- 1 teentje knoflook
- 1 bekertje crème fraiche van 250 ml
- oregano en peper en zout
- strooikaas (gewone geraspte belegen kaas of (lekkerder) parmezaan)
- pasta (tagliatelle of fusilli of penne)

Snijd de witlof in de lengte door, verwijder de lelijke onderkant, de lelijke buitenbladeren en het hart. Snijd de kastanjechampignons in kwarten. Kook ondertussen de pasta.

Bak de spekreepjes op zonder olie toe te voegen. Voeg daarna de uitgeperste knoflook toe aan de spekreepjes, de gesneden kastanjechampignons en een flinke strooi oregano.
Schep regelmatig om en voeg na ongeveer vijf minuten ook de witlof toe.
Tot slot, ongeveer drie minuten later, nog de crème fraîche toevoegen. Goed omscheppen en op smaak brengen met vooral peper en een klein beetje zout.
Schep de pasta op de borden en schep daar het witlofmengsel overheen. Bestrooien met kaas en eten maar!

Meer pastagerechten vind je hier.
Met gerechten met witlof vind je hier.

Pasta met verse spinazie

Pasta en spinazie zijn allebei heerlijk, de combinatie is een favoriet!

Ingrediënten voor 2 personen:
- 1 ui
- 1 teentje knoflook
- een zak verse spinazie
- een bakje cherrytomaatjes (liefst geen wilde spinazie, die is mij wat te grof)
- pasta voor twee personen (bv fusilli of farfalle)
- parmezaanse kaas of evt verse geitenkaas
- een handje pijnboompitten
- peper en zout
- olijfolie

Kook de pasta volgens de gebruiksaanwijzing. Snipper de ui en snijd de knoflook fijn. Bak de knoflook met het uitje in wat olijfolie op terwijl de pasta kookt. Voeg de spinazie toe en schep regelmatig om. Snijd ondertussen de cherrytomaatjes in tweeën. Als de spinazie flink geslonken is, maar nog niet is veranderd in een grote kledderige massa, tomaatjes toevoegen en blijven omscheppen. Onderwijl goed doorwarmen en op smaak brengen met peper en zout.
Giet de pasta af en verdeel over de borden. Schep het spinazie-mengsel er overheen. bestrooi met parmezaanse kaas of, voor de liefhebber, geitenkaas. Meteen serveren en opeten.

Ook lekker: gebakken pasta met ricotta en spinazie en tortellini met verse spinazie

Lasagne met gegrilde paprika en courgette

Ik maak deze vegetarische lasagne vaak met een pot gegrilde paprika’s, gewoon om het mezelf (op doordeweekse dagen) makkelijker te maken. Je kunt echter ook zelf paprika’s grillen. Dit grillen kan in de oven of op een grillplaat. Voor de minste rommel is de oven de beste oplossing, zeker als je ook courgettes gaat grillen én je alle tijd hebt. Heb je minder tijd dan kun je snel even op hoog vuur en met behulp van een grillplaat alleen de courgettes grillen.

Ingrediënten voor 3 tot 4 personen:
- 400 gram tomaten passata
- twee blikje tomatenpuree
- water
- oregano
- eventueel wat tijm
- een pot gegrilde paprika’s
- één courgette (en/of aubergine als je daar zin in hebt)
- eventueel een bakje ricotta
- lasagnebladen
- 1 bol mozzarella
- een flinke hand (jong) belegen strooikaas.
- een handje pijnboompitten
- beetje boter

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Meng in een maatbeker de tomatenpassata met de tomatenpuree. Vul het mengsel aan met water tot je in totaal een liter ‘tomatenwater’ hebt. Voeg peper en zout en gedroogde oregano toe naar smaak.

Grill ondertussen op een grillplaat of in een grillpan de in repen gesneden courgettes: Bestrijk de courgetterepen met olijfolie en bestrooi met peper en zout en leg in de grillepan. Na een paar minuten draai je de plakken om. Als je beide kanten hebt gehad laat je de courgetteplakken uitlekken op een keukenpapiertje. Als je zelf ook de paprika’s wil grillen (wel zo lekker, maar meer werk), ga je bij de paprika’s net zo te werk.
Kies je voor grillen in de oven dan leg je de met olie ingesmeerde groenterepen op een bakpapiertje op een ovenplaat en laat ze onder de grill in de oven bruin worden. Eventueel kun je de groenten, naast peper en zout, ook bestrooien met wat tijm.

Vet een ovenschaal in met boter en giet op de bodem van de ingevette ovenschaal een laagje tomatensaus. Leg daar een laag lasagnebladen op. Leg daar bovenop een laag courgettes en giet er weer een laagje tomatensaus over. Daarop komt weer een laag lasagnebladen. Op die lasagnebladen komt de paprika met daarop weer een klein laagje tomatensaus en lasagnebladen. Je kunt eventueel (als je daarvan houdt) een laag met ricotta (en tomatensaus daar weer op) toevoegen. Dit maakt het geheel wat frisser. Zeker als je kookt voor vier personen zorgt deze extra laag voor wat meer 'vulling'. Ga zo door tot alle groente op is. Op de laatste laag lasagnebladen komt een laag tomatensaus met daarop de mozzarella, in plakken gesneden, en een flinke hand strooikaas.
Laat de lasagne tot slot in de oven in circa veertig minuten gaar worden.

Bak in een koekenpannetje een handje pijnboompitten op en bestrooi de lasagneschotel daarmee voordat je alles opdient.

Zie voor meer lasagnerecepten het label lasagne.

Lasagne met gehakt of ei (niet uit een pakje)

Inmiddels ben ik (na jaren, wat een amateur ben ik toch) in staat om lasagne te maken zonder een pakje van Knorr of Honig te gebruiken. Ik gebruikte een lasagnerecept van Nigella voor de tomatensaus en maakte met behulp daarvan enkele zelfbedachte lasagnevariaties. Dit is de variant met spinazie en gehakt. Voor een vegetarische versie kan de gehakt vervangen worden door (vier) gekookte eieren.

Ingrediënten voor twee flinke eters (met salade en brood op te rekken tot vier):
- 400 gram tomaten passata
- twee blikje tomatenpuree
- water
- oregano
- 400 gram gehakt
- 300 gram spinazie uit een pot (een grote pot)
- lasagnebladen
- 1 bol mozzarella- een flinke hand (jong) belegen strooikaas.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Meng in een maatbeker de tomatenpassata met de tomatenpuree. Vul het mengsel aan met water tot je in totaal een liter ‘tomatenwater’ hebt. Voeg peper en zout en gedroogde oregano toe naar smaak.

Bak ondertussen de gehakt op in een koekenpan (wat mij betreft zonder olie, maar het kan ook met een scheutje olijfolie of knoflookolie). Vet een ovenschaal in met boter.

Giet op de bodem van de ingevette ovenschaal een laagje tomatensaus en leg daar een laag lasagnebladen op. Leg daar bovenop de gehakt en giet op die gehakt weer een laagje tomatensaus. Daarop komt weer een laag lasagnebladen. Op die lasagnebladen komt de (afgegoten) spinazie met daarop weer een klein laagje tomatensaus. Tot slot weer een laag lasagnebladen met een laag tomatensaus. Daar bovenop komt de mozzarella, in plakken gesneden, en een flinke hand strooikaas.
Laat de lasagne tot slot in de oven in circa veertig minuten gaar worden.

Voor de liefhebber van pakjes (voor mij niet meer dus) zie hier de lasagne met gehakt en spinazie met behulp van een pakje en kijk hier voor andere lasagnerecepten.

Zelfgemaakte groentesoep met ballen

De afgelopen maanden hebben we regelmatig zelfgemaakte (én zelfbedachte) soep gegeten. Deze groentesoep met ballen is weer een variant op de tomatengroentesoep die ik eerder beschreef. De soepballen kun je ook makkelijk in een grote partij maken en dan deels invriezen. Als je dan ingevroren soepballetjes hebt liggen én ingevroren soepgroenten kun je altijd makkelijk en snel een lekker soepje maken.

Ingrediënten (voor acht kommen):
- twee uien
- vier bouillonblokjes
- twee liter kokend water
- peper, zout
- soepgroenten (ongeveer 500 gram)
- 500 gram gehakt
- een zakje gehaktkruiden
- een beschuit
- een ei

Snipper de ui.Verwarm in een pannetje met een dikke bodem wat olie. Bak de gesnipperde ui op in het koekenpannetje. Kook ondertussen in een grote pan twee liter water met de bouillonblokjes. Voeg de gebakken ui toe.Meng ondertussen in een kom de gehakt met het ei, de gehaktkruiden en de verkruimelde beschuit. Maak van het mengsel een stapel gehaktballetjes. Zorg dat de balletjes niet te klein zijn.Voeg de balletjes toe aan de soep. Breng het geheel zachtjes aan de kook en laat ongeveer twintig minuten pruttelen. Voeg kort voor het eten de groenten en de vermicelli toe.

Lekker met stokbrood en zelfgemaakt kruidenboter.

Zelfbedachte uiensoep

Dit recept heb ik zelf bedacht. Ok, het is geen rocketscience, maar ik vind het toch wel leuk dat ik zelf een soepje kan bedenken dat ook nog lekker smaakt.

Ingrediënten (voor ongeveer zes grote kommen soep):
- een kilo uien
- een beetje boter
- vijf groentebouillonblokjes
- 2,5 liter water

Snijd de uien eerst in vieren en snijd er dan reepjes van. Zet ondertussen 2,5 liter water op in een grote soeppan en doe er de vijf groentebouillonblokjes bij. Smelt boter in een wok en bak er de uienreepjes in. Zorg dat ze lekker bruin en aangebakken zijn. Gooi ze daarna in de bouillon en laat ze een half uurtje sudderen.

Voor erbij of voor in de soep, lekkere kaascroutons…

Ingrediënten:
- één afbakstokbrood
- een zakje geraspte kaas

Verwarm de oven voor op 200 graden. Snijd het afbakstokbrood in plakjes. Leg de plakjes op een bakplaat met bakpapier en bestrooi met flink wat van de strooikaas. Zet voor negen minuten in de voorverwarmde oven en laat ze daarna afkoelen.

Verse tomatengroentesoep met ballen

Dit is een variatie op de verse tomatensoep die ik hier eerder beschreef.

Ingrediënten (voor zes kommen):
- ongeveer 1200 gram tomaten
- één ui
- twee teentjes knoflook
- vier bouillonblokjes
- twee liter kokend water
- een zak met soepgroenten (ongeveer 400 gram)
- vijfhonderd gram gehakt
- een zakje gehaktkruiden
- een beschuit
- één ei
- vermicelli
- peper, zout

Kook een pannetje met water en snijd ondertussen in de onderkant van de tomaten met een mesje een kruis. Leg de tomaten voorzichtig in het hete water en haal ze eruit als het vel begint los te laten. Ontvel ze en snijd ze in blokjes.
Snipper de ui.
Verwarm in een wok of in een pan met een dikke bodem wat olie (ik gebruikte onze kleine wok). Pers de twee knoflookteentjes boven de wok uit en bak de knoflook samen met de gesnipperde ui op in de wok. Voeg dan, als alles een beetje is opgebakken, de gesneden tomaten toe. Schep alles regelmatig om en kook ondertussen in een grote pan twee liter water met de bouillonblokjes. Voeg het tomatenmengsel toe aan het water met de bouillonblokjes.

Meng ondertussen in een kom de gehakt met het ei, de gehaktkruiden en de verkruimelde beschuit. Maak van het mengsel een stapel gehaktballetjes. Zorg dat de balletjes niet te klein zijn.
Voeg de balletjes toe aan de soep. Breng het geheel zachtjes aan de kook en laat ongeveer twintig minuten pruttelen. Voeg kort voor het eten de groenten en de vermicelli toe.

Verse tomatensoep

Na het lezen van een aantal recepten van tomatensoep (varierend van soep gemaakt van echte verse tomaten tot het aanlengen van een passata) besloot ik mijn eigen verse tomatensoep te 'ontwerpen'.

Ingrediënten (voor 2 personen, 4 kommen):
- ongeveer 1200 gram tomaten (ik koos voor vier grote vleestomaten aangevuld met wat gewone tomaten die ik nog had liggen)
- 1 ui
- twee teentjes knoflook
- 3 bouillonblokjes (ik had nog runderbouillonblokjes liggen en heb die gebruikt)
- 1,5 liter kokend water
- peper, zout

Kook een pannetje met water en snijd ondertussen in de onderkant van de tomaten met een mesje een kruis. Leg de tomaten voorzichtig in het hete water en haal ze eruit als het vel begint los te laten. Ontvel ze en snijd ze in blokjes.

Snipper de ui. Verwarm in een wok of in een pan met een dikke bodem wat olie (ik gebruikte onze kleine wok). Pers de twee knoflookteentjes boven de wok uit en bak de knoflook samen met de gesnipperde ui op in de wok. Voeg dan, als alles een beetje is opgebakken, de gesneden tomaten toe. Schep alles regelmatig om en kook ondertussen in een grote pan anderhalve liter water. Voeg het tomatenmengsel toe aan het water met de bouillonblokejs en breng zachtjes aan de kook. Voeg peper en zout naar smaak toe.
Laat dit alles ongeveer 45 minuten rustig pruttelen op een laag vuurtje. (foto volgt nog)

Spruitjes met spekjes

Eenvoudig doch lekker, een echt winterrecept.

Ingrediënten:
-spruitjes, zoveel je denkt nodig te hebben
- spekjes zoveel je denkt nodig te hebben.

Maak de spruitjes schoon en kook ze. Bak ondertussen de spekjes op in een koekenpannetje. Giet als de spekjes goed doorbakken zijn het overtollige vet af. Giet de spruitjes af als ze gaar zijn en voeg de spekjes toe aan de spruitjes. Hussel goed om in de pan en serveer in een schaaltje. Klaar is kees.

Pavlova's met passievruchten, lychees en frambozen

Dit is wat mij betreft echt het allerlekkerste dat je met pavlova's of meringues kunt doen. Ik ben een groot pavlova liefhebber en heb dus al veel uitgeprobeerd, maar dit blijft echt een absolute favoriet. Het recept is oorspronkelijk van Nigella, volgens mij maakt zij er echter een hele taart van. Ik heb dat zelf ook weleens gedaan, maar als je minder dan zes of acht mensen te eten krijgt is het makkelijker om met losse meringues te werken omdat een hele taart dan niet op gaat en je de taart met de slagroom en het fruit niet goed houdt in de koelkast.

Ingrediënten voorde meringues voor 4 personen (van deze hoeveelheden kun je ongeveer zes meringues maken)
- 5 eiwitten van grote eieren
- 300 gram poedersuiker of gewone kristalsuiker
- een snufje zout
- een halve eetlepel maizena
- een halve eetlepel witte wijnazijn

Ingrediënten voor de rest
- 5 dl slagroom
- 1 eetlepel kristalsuiker
- een half blikje lychees
- Ongeveer 150 gram bevroren frambozen
- Ongeveer vier passievruchten
- een beetje poedersuiker

Verwarm de oven voor op 150 graden. Klop de eiwitten op. Voeg dan schep voor schep de suiker toe terwijl je blijft kloppen. Voeg het zout, de maizena en de wijnazijn toe en klop door tot je mooi stevig glanzend geklopt eiwit hebt. Verdeel het eiwit in ongeveer zes porties op een bakplaat met bakpapier en schuif in de oven. Zet het daar voor ongeveer een uur in. Zet dan de oven op 100 graden en laat nog een half uur staan. De ene keer gaat het gek genoeg harder dan de andere keer, dus let goed op dat de meringues niet te bruin worden. Laat daarna afkoelen in de (nog warme oven).
Laat de frambozen ontdooien en meng het met de poedersuiker. Halveer de passievruchten en schep de inhoud in een kom. Snijd de lychees in stukjes en voeg die toe aan de passievruchten. Verdeel de vier meringues over vier borden. Klop de slagroom met de suiker. Schep de slagroom over de meringues, schep daar het passievruchten/lychee mengsel overheen en schep daar de frambozensaus weer overheen. Meteen serveren.

Als je dit lekker vind, vind je ook de meringues met nectarines of perziken lekker (zowel te maken als taart als als losse porties). De perziken-versie is echter een stuk minder zoet dan de hier beschreven variant. Hetzelfde geldt voor de variant met granaatappel, ook erg lekker, maar net iets frisser!

Nigella's muffins met citroen en frambozen

Weer eentje van Nigella, want zij is gewoon de beste als het om baksels gaat. De hoeveelheid citroen heb ik wel aangepast, en bij mij kwamen de muffins niet goed omhoog, waarschijnlijk omdat ik bevroren frambozen heb gebruikt. Het smaakte er iig niet minder om..

Ingrediënten voor 12 stuks:

- 60 gram boter

- 200 gram bloem

- 2 theelepels bakpoeder

- 1/2 theelepel dubbelkoolzure soda

- 150 gram suiker

- 1/4 theelepel zout

- het sap van 1 anderhalve citroen

- 1,2 dl melk

- 1 groot ei

- 150 gram frambozen (liefst vers, of als niet vers dan ontdooid)

Verwarm de oven voor op 200 graden. Meng de droge ingrediënten in een kom. Smelt de boter in de magnetron. Pers de citroenen uit boven een maatbeker. Vul daarna in de maatbeker het citroensap aan met melk tot je 1,2 dl hebt. Voeg de boter toe aan het mengsel en het ei en klop even door elkaar. Meng dan de droge met de natte ingrediënten. Voeg als laatste de frambozen toe en schep ze door het mengsel. Schep dan alles in de muffinbakvorm en zet voor 25 minuten in de oven. De frambozen zakken wel wat naar beneden, maar ik vind dat geen enkel probleem. Volgens mij zijn deze muffins ook erg lekker als toetje met vanille of citroenijs.

De allerlekkerste aardappeltjes

Deze aardappeltjes maakte ik een keer met kerst voor bij een ribstuk met een saus van port en blauwe kaas (ook erbij aten we spruitjes met gebakken spekjes). Ik paste het recept wel enigszins aan om het mezelf makkelijker te maken (ik kookte voor een grote groep) en omdat Nigella (daar komt dit recept vandaan, uit Feest, p. 128) dit recept met ganzenvet maakt en mij dat wat te ver ging.

Ingrediënten (voor een bijgerecht voor zes tot acht personen):
- 300 gram boter
- ruim 1,5 kilo aardappelen (ik kocht voorgeschilde) grote krielaardappelen, iets wat ik eigenlijk nooit doe maar nu wel handig was)
- 5 eetlepels bloem

Verwarm de oven voor om 225 graden. Snijd de (voorgeschilde) aardappelen in vieren. Smelt ondertussen voorzichtig in de magnetron 250 gram boter tot deze vloeibaar is. Spoel de aardappelen goed af en verzamel ze (nat) in een ruime braadslee of ovenschaal. Strooi de bloem er overheen. Meng alles goed door elkaar met een lepel, de aardappelen moeten goed onder de bloem zitten.Als je denkt dat je te weinig bloem hebt om alle aardappelen te bedekken, strooi er dan meer overheen. Giet de gesmolten boter vervolgens in de schaal en over de aardappelen. Verdeel de 50 gram overgebleven boter (in blokjes of schijfjes) over de bovenste aardappelen in de schaal. Zet voor zeker een uur (en misschien wel langer) in de voorverwarmde oven tot ze mooi bruin en knapperig zijn. Schep de aardappelen gedurende de tijd dat ze in de oven staan regelmatig om.

Chocolade pistache fudge en chocolade amandel fudge

Dit recept komt uit de nieuwste Nigella. Ik heb het al een paar keer gemaakt en met kerst cadeau gedaan aan mijn ouders en schoonouders, ze vonden het erg lekker (zie de foto's helemaal onderaan voor de verpakking van de fudge). Het originele recept gaat alleen over pistache fudge. Ik heb echter ook een keer de pistaches vervangen voor amandelen en ga het ook nog eens proberen met hazelnoten. De foto boven is de pistachefudge en onder is de amandelfudge.

Ingrediënten (voor een flinke portie):
- 350 extra pure chocolade
- een blikje gecondenseerde melk (330 gram geloof ik)
- 30 gram boter
- 150 gram geplette pistachenoten

Plet of hak eerst de pistachenoten. Ik heb dit gedaan met een hakblokje en hakmes dat wij van de ikea hebben. Verwarm vervolgens in een koekenpan met een dikke bodem op niet al te hoog vuur de boter, de gecondenseerde melk en de chocola. Gecondenseerde melk is in sommige Albert Heijn filialen te krijgen en vaak ook bij de Jumbo. Het staat dan vaak naast de kokosmelk op de Indische afdeling.
Roer regelmatig goed door tot de chocola helemaal gesmolten is en er een stroperige bruine massa in de pan zit. Voeg dan de pistache noten toe en roer goed door. Haal de pan van het vuur.

Nigella raadt nu aan de smurrie in een bakblik te gieten, ik vond het echter zo’n karwei de harde fudge er weer uit te snijden dat ik de laatste keer de smurrie heb opgerold in plasticfolie. Leg en driedubbele laag plasticfolie, met en lengte van ongeveer 40 centimeter, op het aanrecht en schep de helft van de fudge uit de pan in een lange strook in het midden van de folie. Sla er de folie overheen en rol het geheel zo dat de fudge goed gelijkmatig verdeeld en mooi rond is. De bovenbeschreven portie verdeelde ik over twee rollen en heb deze ruim een dag in de koelkast hard laten worden. Daarna heb ik alles in plakjes gesneden. Hoe je het ook laat afkoelen, zorg in ieder geval dat de fudge goed hard wordt in de koelkast. Het moet er minstens 12 uur in liggen. Als de fudge hard is kun je het in handzame plakjes snijden.

Als je dit lekker vindt hou je ook van vast van dít recept

Galette met perziken en bosbessen

Een recept uit Nigella Express, enigzins aangepast om het nóg makkelijker te maken. Nigella gebruikt in plaats van de perziken uit blik (veel minder en) verse nectarines en maakt van de plakjes bladerdeeg een hele lap met een deegroller en legt ze niet zoals ik met enige overlap naast elkaar.

Ingrediënten voor een hele bakplaat:

- ongeveer 10 plakjes bladerdeeg

- 3 eetlepels abrikozenjam (normaal gebruik ik gewoon jam uit de supermarkt maar de laatste keer heb ik de overheerlijke zelfgemaakte compote van een vriendin van mij gebruikt)

- 3 eetlepels slagroom (ongeklopt uiteraard)

- een groot blik halve perziken, in plakjes gesneden

- 125 gram verse bosbessen

Verwarm de oven voor op 220 graden. Bedek een bakplaat met bakpapier. Spoel de bevroren plakken bladerdeeg af onder een warme kraan en leg de plakken bladerdeeg, elkaar deels overlappend, op het bakpapier op de bakplaat. Gebruik een aantal van de plakken bladerdeeg om een rand om de bodem van bladerdeeg te leggen. Ik scheur hiervoor de plakjes in repen en 'kneed' ze op de rand. Klop de slagroom en de abrikozenjam en smeer het mengsel op de bodem. Rangschik daar bovenop de plakjes perzik en strooi daar tussendoor de bosbessen. Zet in de oven voor 15 minuten en serveer warm en in stukken gesneden.

We hebben dit nu al een flink aantal keer gegeten en het blijft lekker!