Deze aardappeltjes maakte ik een keer met kerst voor bij een ribstuk met een saus van port en blauwe kaas (ook erbij aten we spruitjes met gebakken spekjes). Ik paste het recept wel enigszins aan om het mezelf makkelijker te maken (ik kookte voor een grote groep) en omdat Nigella (daar komt dit recept vandaan, uit Feest, p. 128) dit recept met ganzenvet maakt en mij dat wat te ver ging.
Ingrediƫnten (voor een bijgerecht voor zes tot acht personen):
- 300 gram boter
- ruim 1,5 kilo aardappelen (ik kocht voorgeschilde) grote krielaardappelen, iets wat ik eigenlijk nooit doe maar nu wel handig was)
- 5 eetlepels bloem
Verwarm de oven voor om 225 graden. Snijd de (voorgeschilde) aardappelen in vieren. Smelt ondertussen voorzichtig in de magnetron 250 gram boter tot deze vloeibaar is. Spoel de aardappelen goed af en verzamel ze (nat) in een ruime braadslee of ovenschaal. Strooi de bloem er overheen. Meng alles goed door elkaar met een lepel, de aardappelen moeten goed onder de bloem zitten.Als je denkt dat je te weinig bloem hebt om alle aardappelen te bedekken, strooi er dan meer overheen. Giet de gesmolten boter vervolgens in de schaal en over de aardappelen. Verdeel de 50 gram overgebleven boter (in blokjes of schijfjes) over de bovenste aardappelen in de schaal. Zet voor zeker een uur (en misschien wel langer) in de voorverwarmde oven tot ze mooi bruin en knapperig zijn. Schep de aardappelen gedurende de tijd dat ze in de oven staan regelmatig om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten