Koolrolletjes met rijst

Jaren geleden kocht ik eens een vegetarisch kookboek. Daar maakte ik toen bijna als eerste de koolrolletjes met rijst uit. Afgelopen weekend at ik dit voor het eerst in jaren weer, en het was heerlijk. Hans heeft het grootste deel van het kookwerk voor zijn rekening genomen, ik heb alleen wat snijwerk verricht en de yoghurtsaus gemaakt. We hebben de ingrediënten en de hoeveelheden een beetje aangepast.

Ingrediënten (voor een flinke portie voor twee personen):
- 400 gram rijst
- 6 grote koolbladeren van een witte kool
- 1 teentje knoflook
- drie bosuitjes
- twee blikjes tomaten puree
- 1 theelepel komijnzaad
- halve theelepel kaneel
- twee eetlepels fijngehakte peterselie
- 2,5 dl groentebouillon
- olie

Voor de saus:
- 175 gram yoghurt
- 1 theelepel gemalen komijn
- 1 eetlepel fijngehakte munt

Verwarm de oven voor op 190 graden en vet een ovenschaal in met de olie. Kook de rijst vast, giet af en bewaar. Snijd de koolbladeren van de kool af en zorg dat ze mooi heel blijven. Leg de koolbladeren vervolgens stuk voor stuk tien seconden in kokend water. Laat ze uitlekken en snijd de harde nerf uit de bladeren.
Snijd de bosuitjes en de knoflook fijn. Verhit olie in een wok en bak de uitjes en de knoflook kort op, op middelhoog vuur. Voeg de rijst, tomatenpuree, komijnzaad, kaneel en de peterselie toe. Roer alles goed door en haal dan van het vuur.
Laat heel kort even afkoelen en schep dan een aantal eetlepels van de vulling in de koolbladeren en rol de koolbladeren voorzichtig op. Leg ze met de open kant naar beneden in de ovenschaal. Als de hele schaal vol ligt met koolrolletjes en de vulling op is, leg je een (oud) bord op de rolletjes om te zorgen dat ze mooi dicht blijven, en dek dat weer af met aluminium folie. Zet je de schaal in de oven voor zo’n 20 à 25 minuten. Maak dan de saus. Meng de yoghurt met de gemalen komijn en de fijngehakte munt. Zet niet in de koelkast, want anders is de saus wel erg koud bij het opdienen.